De krantenkoppen schreeuwden het uit. “180 doden: Haïtiaanse krijgsheer geeft bevel tot bloedbad onder ouderen die 'tovenarij' gebruikten om zoon ziek te maken”. Het lijkt een gruwelverhaal uit lang vervlogen tijden, maar het speelde zich wel degelijk af in 2024. Deze week zelfs, om precies te zijn. Minstens 184 mensen -- de meesten van hen bejaarden – zijn op verschillende manieren in stukken gehakt of doodgeschoten op bevel van een krijgsheer die was geadviseerd dat oudere sloppenwijkbewoners tovenarij hadden gebruikt om zijn zoon een ernstige ziekte te bezorgen. Interim-premier Alix Didier Fils-Aimé noemde het een barbaarse daad van ondraaglijke wreedheid.
De massamoord werd naar verluidt bevolen door Monel "Mikano" Felix, die de Wharf Jeremie-bende leidt. Het bloedbad vond vrijdag en zaterdag plaats in de dichtbevolkte sloppenwijk Cité Soleil aan de kust, een wijk in de hoofdstad Port-au-Prince.
Volgens een mensenrechtenorganisatie had Felix' zoon een ernstige ziekte opgelopen en zocht hij advies bij een Voodoo-priester, of "bòkò", die de moorddadige krijgsheer adviseerde dat oudere mensen in het werkgebied van de bende zijn zoon kwaad deden door middel van hekserij. Hij besloot alle oudere mensen en Voodo-beoefenaars wreed te straffen.
Van Voodoo in Brussel of in andere Belgische steden is – voor zover we tenminste weten – geen sprake. Maar toch is er een verband tussen België en Haïti. Dit laatste is een straatarm land, waar de staat zo armlastig is dat ze de controle over het land grotendeels is kwijtgespeeld. De staat beschikt simpelweg over geen geld om iets te doen aan de bendes.
De afgelopen weken werden we hier murw geslagen over geweld dat waarschijnlijk met drugbendes te maken heeft. Bommen, granaten, schoten, ambtenaren die moeten onderduiken om te ontkomen aan het geweld van de gewapend misdaad. Ook hier dreigt de staat het onderspit te delven, terwijl haar geldmiddelen steeds meer beperkt worden.
Cocaïne en drughandel en de daaraan gekoppelde misdaad in het algemeen trekken de maatschappij volledig scheef. De georganiseerde misdaad verdient massa’s geld en kan zich de beste wapens, mensen enzovoort veroorloven. Daar kan de overheid niet tegen op. Het gevaar is dat de misdaad ooit zoal in Haïti de straten gaat veroveren, met alle gevolgen van dien. In dat verband moeten we er nogmaals wijzen op het feit dat onze overheid steeds armlastiger wordt. Bovendien stapelen de schulden zich op.
Staatsschuld kan van vitaal belang zijn voor ontwikkeling van een land, daar valt niet over te discussiëren. Overheden gebruiken het om hun uitgaven te financieren, om hun bevolking te beschermen en in hen te investeren en om hun weg naar een betere toekomst te plaveien. Het kan echter ook een zware last zijn, wanneer de staatsschuld te veel of te snel groeit. Dit is wat er vandaag de dag al in veel ontwikkelingslanden gebeurt en wat morgen of overmorgen ook hier kan gebeuren. Waardoor de staat haar greep op de gebeurtenissen volledig zou kwijtspelen. En waarna de voodoo-priesters of hun geestesverwanten in een of andere vorm opduiken. Bijvoorbeeld in de vorm van extreem gewelddadige bendes die niets of niemand ontzien. Voorlopig is dit natuurlijk nog een nachtmerrie, maar het wordt toch tijd dat onze overheid tijdig ontwaakt. En dus in het tegenoffensief gaat.